Verantwoording en toelichting bij de OPP-trap (versie december 2021)
Verantwoording en toelichting bij de OPP-trap (versie december 2021)
De OPP-trap is een communicatiemiddel waarmee het ontwikkelingsperspectief met ouders en leerling besproken kan worden. De trap biedt visuele ondersteuning bij 1) het opstellen van het OPP en 2) het monitoren en evalueren van het OPP. Daarbij horen de volgende twee vragen:
De trap geeft alleen maar de leerontwikkeling tot nu toe weer. Dit doet geen uitspraak over de geplande leerontwikkeling. Die uitspraak vergt ‘wikken en wegen’ en dat moeten betrokkenen zelf doen door de voor het onderwijs relevante factoren van de leerling en de onderwijsleer- en opvoedingssituatie te analyseren. Ze leggen de lat daarbij hoog. Het ontwikkelingsperspectief is immers niet alleen afhankelijk van het leerrendement tot nu toe, maar ook van bevorderende en belemmerende factoren van de leerling (zoals werkhouding, sociaal-emotioneel functioneren, talenten, interesses en intelligentieniveau), evenals de kwaliteit van het onderwijs en het onderwijsondersteunend gedrag van ouders. Voor meer informatie, zie de brochure “OPP in het basisonderwijs: wie, waarom, wanneer en hoe?” (PO raad, www.poraad.nl).
In de OPP-trap lijkt het alsof de vaardigheden op verschillende vakken zich op een gelijke manier ontwikkelen en dat de vaardigheidsgroei bij elk vak lineair is. In werkelijkheid is dit niet het geval. Toch is ervoor gekozen om de leerontwikkeling op deze manier weer te geven, omdat het anders onmogelijk is om de verschillende prestaties van een leerling in één figuur weer te geven en te vergelijken. Daarnaast kan de groei in functioneringsniveau wel als lineair beschouwd worden, aangezien dit een ontwikkeling in de tijd betreft: steeds een half jaar verder. Voor een volledige en juiste weergave van de vaardigheidsgroei per vak wordt verwezen naar het Alternatief Leerling-rapport van CITO.
Om de routes naar de verschillende niveaus van voortgezet onderwijs weer te geven, is eerst het verwachte instroomniveau van het voortgezet onderwijs bepaald op basis van de criteria die gelden in regio Het Gooi en omstreken. Op grond hiervan is een logische route “terug geredeneerd”. Dit heeft geleid tot de verschillende stromen. De precieze criteria van het voortgezet onderwijs verschillen per regio in Nederland. Houd daar dus rekening mee.
Voor alle vakken geldt: let met name extra op bij scores die op de grens van twee gebieden vallen (bijvoorbeeld op de grens Praktijkonderwijs/VMBO Basis). Analyseer zelf op basis van alle informatie in welk uitstroomgebied de score valt en stel vervolgens doelen op op basis van alle factoren (genoemd in vraag 2).
Vanaf OPP-trap versie 3.0 is een gearceerd gebied (grensgebied) gemaakt tussen VMBO Basis en VMBO Kader. Ga bij scores in of op de randen van dit gearceerde gebied kritisch na of dit een VMBO Basis of een VMBO Kader score is, op basis van de in uw regio geldende criteria (zie ook vraag 6).
Bijvoorbeeld: een vaardigheidsscore leidt tot een III-score op de M7-toets en zou dus in het VMBO-T moeten vallen bij DL 45, maar valt op de grens VMBO-T / VMBO-kader in de OPP-trap. Hoe kan dit?
Een vaardigheidsscore op een bepaalde toets kan omgezet worden naar een I t/m V-score. Deze I t/m V-score kan vervolgens worden omgezet naar een uitstroomroute. Dit is in het bovenstaande voorbeeld gedaan.
In de OPP-trap wordt de vaardigheidsscore echter omgezet naar functioneringsniveau. Vervolgens wordt het functioneringsniveau weergegeven in de OPP-trap en in een uitstroomroute weergegeven. Dit omdat dit de enige manier is om scores op verschillende toetsen in één grafiek te kunnen weergeven. Uitzondering hierop is DL 55. Daar is ervoor gekozen om te zorgen dat de uitkomsten van de toetsen op de M8- toets daar ook kloppen met de I t/m V-scores. Zie voor meer informatie vraag 6 en 19.
In de OPP-trap is daarnaast op drie punten de relatie tussen de vaardigheidsscore en het functioneringsniveau aangepast (bij spelling bij de M6-toets en bij begrijpend lezen bij de E6-toets en de E7-toets). Dit zodat III-scores in het juiste uitstroomniveau vallen.
Het is belangrijk om u te realiseren dat de functioneringsniveaus net een andere uitkomst kunnen geven dan die van de I t/m V scores. Eenzelfde vaardigheidsscore kan dus (net) in een andere stroom vallen. Dit verschil is voor de 3.0 begrijpend lezen toetsen het grootst. Daar kan ook één antwoord meer of minder goed leiden tot een functioneringsniveau van een kwart jaar hoger of lager.
Belangrijke conclusie: de OPP-trap is enkel en alleen als een globale weergave en communicatiemiddel te gebruiken! De geplande uitstroombestemming moet bepaald worden op grond van alle bij vraag 2 genoemde factoren van de leerling en diens omgeving en de geldende VO-criteria in uw regio.
De criteria voor het voortgezet onderwijs in Nederland verschillen per regio. Als u wilt weten wat voor score dit is in uw regio, dan doet u het volgende:
Realiseer u ook dat toetsen een momentopname zijn, scores een betrouwbaarheidsinterval hebben en de OPP-trap slechts een communicatiemiddel is.
Zie voor meer informatie vraag 8, 9, 10 en 11.
Nee, er komt geen automatische OPP-trap voor Leerling in Beeld. Gebruikers zullen de handmatige OPP-trap moeten gaan of blijven gebruiken.
Waarom? Om een automatische OPP-trap te maken, zijn papieren normtabellen nodig en is het nodig dat wij op de hoogte zijn van veranderingen in de normtabellen. Echter: met de invoering van Leerling in Beeld worden door CITO geen papieren normtabellen meer beschikbaar gesteld. Ook worden veranderingen in de normering niet (meer) expliciet gemeld door CITO.
CITO heeft aangegeven dat er geen (groot) verschil is in de normering tussen Leerling in Beeld en CITO 3.0. De normering loopt als het ware door. Echter, de afgelopen tijd is gebleken dat er tussentijds (kleine) veranderingen in de digitale normering zijn gedaan (van CITO 3.0), zonder dat deze in papieren normtabellen zijn verwerkt. Dat maakt dat in de automatische OPP-trap nu al kleine afwijkingen zijn ten opzichte van een uitdraai van bijvoorbeeld CITO LOVS of Parnassys. Een bepaalde vaardigheidsscore leidt dan tot een net ander functioneringsniveau (bijvoorbeeld tot M6E6 in plaats van E6). Dit alles maakt dat er is besloten dat er geen automatische OPP-trap voor Leerling in Beeld zal komen: dit is niet mogelijk en niet betrouwbaar genoeg.
Voor gebruikers is het even wennen aan het invoeren van extra gegevens. Tegelijkertijd: voor een nieuwe leerling is het nauwelijks tot extra werk. Er moet een functioneringsniveau worden aangeklikt, in plaats van dat het functioneringsniveau automatisch verschijnt na het invoeren van een vaardigheidsscore.
Let op!: Scholen kunnen ervoor kiezen de automatische OPP-trap te blijven gebruiken, maar het risico op fouten bestaat, omdat veranderingen in de normering niet zijn en worden meegenomen in de automatische OPP-trap. Als u de automatische OPP-trap toch blijft gebruiken, is het extra belangrijk om te checken of de functioneringsniveaus die in de OPP-trap worden weergegeven, hetzelfde zijn als de functioneringsniveaus die CITO LOVS, Leerling in Beeld, Parnassys, enz. weergeven. Als dit niet het geval is, is dit enkel met pen of potlood aan te passen op een uitgeprinte OPP-trap.
Vul op pagina 1 het beheersingsniveau in. Dit niveau wordt weergegeven in de OPP-trap.
Vul op pagina 1 de vaardigheidsscore in.
Klik per toets aan of dit de versie is uit 2009 of 2018 (soms ook DMT 2017 genoemd).
Let op: de OPP-trap geeft dus alleen een juist resultaat als u 2009 of 2018 aanklikt!
De ingevulde vaardigheidsscore wordt omgezet naar het functioneringsniveau op kaart 1+2+3 van de gekozen DMT.
Vul op pagina 1 de vaardigheidsscore (Resultaat in VS) in die de leerling heeft gehaald op de CITO-toets.
Klik per toets aan of dit een 2.0 toets of een 3.0 toets is.
Let op: de OPP-trap geeft dus alleen een juist resultaat als u 2.0 of 3.0 aanklikt!
Bovenstaande doorgevoerde veranderingen zijn afgeleid uit de digitale programma’s, omdat CITO geen nieuwe papieren normtabellen zal uitgeven.
Vul op pagina 1 het beheersingsniveau in. Dit niveau wordt weergegeven in de OPP-trap.
Ja, dat kan. In het onderste vak op pagina 1 kunt u een zelfgekozen vak invullen, bijvoorbeeld CITO
Woordenschat, CITO Studievaardigheden of een leerlijn zoals beschreven door de CED-groep.
Wilt u geen gebruik maken van een extra vak? Dan laat u deze en de bijbehorende rijen leeg.
Wat vul ik waar in?
Onder naam/ geboortedatum/ datum is ruimte gecreëerd voor ‘opmerkingen’. Hier kunt u (op pagina 1) extra informatie over de leerling noteren. Het maximaal aantal woorden betreft de grootte van de het vak. Mocht dit niet voldoende zijn, dan kunt u zelf met pen/potlood extra informatie op de uitgeprinte versie van de OPP-trap schrijven.
In de OPP-trap automatisch 3.0 v3 zijn de nieuwste normen van CITO verwerkt. Namelijk de aanpassingen die CITO heeft gedaan in de digitale normering in januari 2021, naar aanleiding van de schoolsluitingen (COVID-19 virus). In de praktijk zijn dit echter zeer kleine veranderingen: slechts enkele vaardigheidsscores leiden tot een ander functioneringsniveau. Het betreft vijf vaardigheidsscores bij Spelling, zes vaardigheidsscores bij Rekenen en vijf vaardigheidsscores bij Begrijpend Lezen. Het gevolg is dat de OPP-trap een enkele keer (net) een andere uitkomst kan geven dan de computerprogramma’s (digitale normen).
Het is dus niet noodzakelijk om de huidige OPP-trap van een leerling te vervangen. Advies is wel om de CITO uitdraaien te bekijken en eventuele verschillen in de OPP-trap op papier aan te passen met pen of potlood.
Een voorbeeld: bij begrijpend lezen geeft een vaardigheidsscore van 129 in de OPP-trap een functioneringsniveau van E3M4, maar volgens de digitale normen M4. Dit is dus een klein verschil van ‘een kwart hokje’. Aansluitend hierop is het van belang om de OPP-trap te gebruiken waarvoor die bedoeld is: het is een globale weergave van de didactische ontwikkeling van een leerling en bedoeld als communicatiemiddel. Voor precieze scores en een analyse van scores, is het van belang om de uitslagen van het leerlingvolgsysteem (bijvoorbeeld ParnasSys of het computerprogramma CITO LOVS) aan te houden.
Tot slot, er is geen correctie nodig voor scores die nu met een B genoemd worden in plaats van EM (zie ook vraag 9), want visueel valt de score in de OPP-trap op dezelfde plek. Bijvoorbeeld E5M6 valt visueel op de dezelfde plek als B6.
De volgende situaties zijn mogelijk:
Wij adviseren in alle bovenstaande situaties de toets in te voeren bij het oorspronkelijke toetsmoment, omdat het technisch niet mogelijk is het toetsmoment te verplaatsen. Wanneer u later toetst dan het oorspronkelijke toetsmoment is het wél belangrijk dat u zich realiseert dat het toetsmoment eigenlijk wat later is geweest. Dit betekent dat het puntje in de trap eigenlijk een klein stukje naar rechts zou moeten liggen. U kunt dit handmatig aangeven door het met een pen te verschuiven, er een rondje om te zetten of het bij ‘opmerkingen’ te noteren. Daarnaast is het goed u te realiseren dat de OPP-trap een globale weergave van de situatie is en bedoeld is om het OPP met de betrokkenen te bespreken. Voor meer informatie over CITO-toetsen in en rondom de schoolsluitingen verwijzen we u graag naar de website van CITO: https://www.cito.nl/onderwijs/primair-onderwijs/coronavirus-ondersteuning-onderwijs.
U kunt dus het beste de uitkomst van september/oktober 2020 invullen bij het toetsmoment van juni 2020 (bij het einde van het vorige schooljaar) en de toets afgenomen in februari 2021 of later invullen bij het toetsmoment van januari 2021 (midden van het schooljaar).
Bijvoorbeeld (situatie a), uw leerling is niet in eind groep 3 getoetst (didactische leeftijd 10), maar in begin groep 4 (didactische leeftijd 11 of 12). U voert dan de score die in begin groep 4 is gehaald, toch in bij eind groep 3. In de OPP-trap is het namelijk niet mogelijk om een toets in te voeren bij september/oktober 2020 (didactische leeftijd 11 of 12 in het voorbeeld), maar alleen bij juni/juli (didactische leeftijd 10). Ditzelfde geldt voor de toets van januari 2021 (situatie b). Ook deze voert u in bij het ‘midden-toetsmoment’ (dus bij bijvoorbeeld DL 5, 15, 25, enzovoorts) en het is niet mogelijk deze op een ‘later moment’ in de OPP-trap te zetten.
Wanneer u op maat/ adaptief heeft getoetst (situatie c), houdt u bij het invoeren eveneens de toetsmomenten van juni en januari aan. Adaptief toetsen geeft namelijk ook vaardigheidsscores en functioneringsniveaus die goed kunnen worden weergegeven in de OPP-trap.
Ja. In samenwerking met Diataal is besproken dat vanaf januari 2023 het mogelijk is om de OPP trap in te vullen. De uitslagen komen inhoudelijk en cijfermatig voldoende overeen om in de OPP-trap opgenomen te kunnen worden. Daarmee is het mogelijk om de functioneringsniveaus van een leerling die getoetst is met Diataal op te nemen in de handmatige versie van de OPP-trap. De functioneringsniveaus zijn binnenkort te vinden in Parnassys. Nu kan dit alleen nog via Diagroeiwijzer. Zorg dat je bent ingelogd en klik dan vervolgens op deze link: www.diatoetsen.nl/toetsbeheer/hulp/Volgtoetsen/resultaten-2/ . De naamgeving van de vakken verschilt tussen CITO en Diataal (Diatekst, Diaspel, Diacijfer). Dit kan met pen/potlood worden aangepast op een print.
Nee, dit is helaas niet mogelijk. De OPP-trap is gebaseerd op en ontwikkeld vanuit CITO-toetsen en CITO-scores. Daarnaast bieden andere aanbieders geen functioneringsniveaus. Daarom is een andere toets niet zomaar te vertalen naar en in te voeren in de OPP-trap.
Bij het (door)ontwikkelen van de OPP-trap is zo veel mogelijk tegemoetgekomen aan wensen uit het veld. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk geworden om de DMT in de OPP-trap in te vullen en een vak naar keuze in de trap op te nemen. Het doel van de OPP-trap is heldere communicatie over het OPP aan betrokkenen. Wanneer er nog meer vakken en/of extra informatie in worden opgenomen, is het risico dat er te veel informatie in de trap komt, waardoor deze niet meer overzichtelijk is. Daarom kunnen we aan wensen voor extra vakken of andere extra informatie geen gehoor geven. Ook is het niet mogelijk om individuele aanpassingen te doen aan de OPP-trap. Wanneer u zelf graag toch extra informatie in de OPP-trap wilt, wordt geadviseerd dit er handmatig (met pen of potlood) aan toe te voegen.
Allereerst, blijf de OPP-trap gebruiken zoals deze is bedoeld: het is een globale weergave van de didactische ontwikkeling van een leerling en bedoeld als communicatiemiddel. Voor precieze scores en een analyse van scores, is het van belang om de uitslagen van het leerlingvolgsysteem (bijvoorbeeld ParnasSys of het computerprogramma CITO LOVS) aan te houden. Door het sluiten van de scholen (i.v.m. COVID-19) en het toetsen op andere momenten, zijn er door CITO aanpassingen gedaan in de normen. In principe zijn deze allemaal verwerkt in de nieuwste versie van de OPP-trap (OPP-trap 3.0 automatisch v3) en zouden er geen verschillen meer moeten zijn. Echter, de OPP-trap is gebaseerd op papieren normtabellen en in de digitale leerlingvolgsystemen wordt gebruik gemaakt van digitale normtabellen. Deze kunnen kleine verschillen geven.
Wanneer er een verschil is, kunt u dit of met pen veranderen op een print van de OPP-trap, of ervoor kiezen om gebruik te maken van de handmatige OPP-trap, waarin u zelf alle functioneringsniveaus kunt aanklikken.
De functioneringsniveaus van CITO gaan tot en met M8. Wanneer een leerling op het niveau van M8 scoort of hoger, betekent dit dat deze leerling minimaal in het VMBO GL/TL gebied scoort bij DL 55. Voor deze leerlingen geven de I t/m V scores een gedifferentieerder beeld. Daarom worden in de OPP-trap (bij spelling, begrijpend lezen en rekenen) functioneringsniveaus van M8 of hoger dan M8 weergegeven als een I, II, of III-score op de M8 toets. Vervolgens worden de I t/m V-scores bij DL 55 als volgt weergegeven in de grafiek van de OPP-trap:
Deze indeling is aangehouden, omdat dit de criteria zijn voor het voortgezet onderwijs in de regio waar de OPP-trap is ontwikkeld (regio Het Gooi en omstreken). Houd hier bij de interpretatie van de OPP-trap dus rekening mee als in uw regio andere criteria gelden. Aanpassingen van de OPP-trap aan de criteria in uw regio zijn helaas niet mogelijk.
Als een leerling een vaardigheidsscore haalt die overeenkomt met een functioneringsniveau lager dan M3 niveau, dan wordt dit weergegeven als <M3 en geplot op de x-as van de grafiek. Wanneer een leerling dit meerdere keren haalt, lijkt het in de grafiek alsof deze leerling geen groei laat zien en aan de onderkant van het betreffende VO-gebied scoort. Ga dan na of dit daadwerkelijk het geval is door de vaardigheidsscores (en het eventuele leerrendementen) te analyseren.
Een vaardigheidsscore “0” wordt in de OPP-trap vanwege technische redenen niet omgezet in een functioneringsniveau en niet geplot in de grafiek. Daarom moet bij een vaardigheidsscore van “0” een vaardigheidsscore van “1” worden ingevoerd. Deze wordt wel omgezet naar het juiste functioneringsniveau.
Een score op AVI zal nooit in HAVO/VWO kunnen vallen vanaf een DL 55, omdat AVI plus overeenkomt met functioneringsniveau M8 (wat in VMBO-GL/TL ligt bij DL 55).
Automatische OPP-trap: Controleer allereerst of u de juiste vaardigheidsscores heeft ingevuld en kijk of de toetsversie (2.0 of 3.0) is aangeklikt. Kijk tevens of u vaardigheidsscores heeft ingevuld (en niet bijvoorbeeld per abuis ruwe scores).
Handmatige OPP-trap: controleer of u de functioneringsniveaus heeft aangeklikt (en niet alleen vaardigheidsscores heeft ingevuld) op pagina 1. In deze versie van de OPP-trap moet u dit namelijk zelf doen, voordat iets wordt weergegeven in de OPP-trap.
Mocht dit alles het geval zijn en de grafiek blijft nog steeds iets anders weergeven dan wat u in de tabel op pagina 1 heeft ingevuld, dan wordt geadviseerd opnieuw de OPP-trap te downloaden van www.opptrap.nl. Vervolgens vult u in deze nieuwe trap de behaalde scores in. Waarschijnlijk is de trap die u gebruikte op een of andere manier beschadigd. De nieuw gedownloade versie zal wel werken.
Ook in andere situaties dat de OPP-trap niet werkt: download een nieuwe OPP-trap van de site en vul daar (één voor één) de gegevens op nieuw in. Zoals ook beschreven bij de vragen 9 en 11: Maak bij het invullen van vaardigheidsscores NOOIT gebruik van de functies ‘knippen’, ‘kopiëren’ of ‘plakken’, want gebruik van deze functies verstoort de onderliggende formules in de OPP-trap. Vul de gegevens één voor één in, dan gaat het goed.
a) Doubleren
Wanneer een leerling één van de groepen 3 t/m 8 heeft gedoubleerd, kan bij het doorlopen van de laatste groep in het document gebruik worden gemaakt van ‘(65)’ en ‘(70)’ (ook wel twee extra keer ’60’ genoemd). Op die manier is er voldoende ruimte om alle resultaten weer te geven.
Let op: het groepsverloop zoals onderaan in de grafiek weergegeven, klopt dan voor deze leerling niet meer. Dit moet bijvoorbeeld groep 3-4-4-5-6-7-8 zijn bij een doublure in groep 4. Dit is niet aan te passen in het document, maar kunt u zelf met pen aanpassen op een geprint exemplaar.
Ook kan ervoor gekozen worden om alleen het tweede gedoubleerde jaar in de OPP-trap op te nemen (in dit geval de tweede keer groep 4), omdat dit vaak een eerlijker beeld geeft. Let dan wel op dat bij een eventuele LWOO of PrO aanvraag (o.b.v. leerrendement) de trap bij DL 55 geen goed beeld meer geeft. Bij deze leerling moet namelijk een score (leerrendement) berekend worden over DL 60 (en niet over DL 55).
Bij een doublure zal wellicht gebruik gemaakt worden van DL 60, 65 en 70. Voor deze DL’s geldt dat alleen vaardigheidsscores horend bij een I-score in HAVO/VWO kunnen worden weergegeven. Overige scores zullen altijd in VMBO-GL/TL of lager worden geplot.
B) Versnellen
Het invullen van de OPP-trap voor deze leerlingen heeft geen meerwaarde, omdat de OPP-trap is ontwikkeld voor kinderen met leerachterstanden. Leerlingen die versnellen hebben veelal I-scores, waardoor qua uitstroom gedacht wordt aan HAVO/VWO. Bij deze stroom geeft de OPP-trap een minder gedifferentieerd en minder betrouwbaar beeld en heeft daardoor weinig toegevoegde waarde.
Als een leerling een jaar hoger of lager scoort/functioneert dan de afgenomen toets, is de afgenomen toets onbetrouwbaar. Er moet dan terug-getoetst (een lagere toets afnemen) of door-getoetst (een hogere toets afnemen) worden, omdat deze toets dan te makkelijk of te moeilijk was voor deze leerling. In het digitale leerlingvolgsysteem (bijvoorbeeld CITO LOVS of ParnasSys) is dit bij de uitslagen van de CITO-toetsen vaak aangegeven doordat er een > of < teken wordt gebruikt bij het functioneringsniveau (bijvoorbeeld >M5 of <E7). De vaardigheidsscore is dan onvoldoende betrouwbaar en kan leiden tot een functioneringsniveau dat niet klopt. Dit is uiteraard niet de bedoeling. Zie de handleiding CITO voor meer informatie over het juiste gebruik en de juiste interpretatie van vaardigheidsscores en functioneringsniveaus.
De OPP-trap werkt alleen in Excel voor Windows 2007 of hoger. In eerdere Excelversies zullen bepaalde functies niet (volledig) worden weergegeven of kan de opmaak worden verstoord. De trap werkt ook niet (volledig) in Office voor Mac en Google Spreadsheets. Het is technisch niet mogelijk om hiervoor een aangepaste versie te ontwikkelen.
De OPP-trap werkt met vaardigheidsscores, omdat deze scores de meest betrouwbare maat zijn voor het functioneren van een leerling. Voor toelating tot het VMBO met Leerwegondersteuning (LWOO) en Praktijkonderwijs (PrO) wordt echter vaak nog gebruik gemaakt van het leerrendement op basis van DLE’s. Op grond van het leerrendement in DLE kan een leerling (net) in een andere route scoren dan op grond van diens vaardigheidsscore. Daarom is het belangrijk om voor deze leerlingen ook de DLE’s te gebruiken en te analyseren.
Wanneer er een nieuwe versie van de OPP-trap beschikbaar is, wordt deze op www.opptrap.nl geplaatst. Op deze site vindt u tevens meer informatie over de OPP-trap.
De OPP-trap is indertijd ontwikkeld door drs. J.E. Jongbloed – van Wijngaarden, werkzaam op SBO Het Mozaïek te Hilversum en wordt nu door verschillende gedragswetenschappers van Stichting Elan onderhouden.
De OPP-trap is ontwikkeld als hulpmiddel in de communicatie over het OPP van een individuele leerling en mag kosteloos gebruikt worden. De OPP-trap mag echter niet zonder voorafgaande schriftelijke toestemming via [email protected] worden gepubliceerd (in welke vorm dan ook) of overgenomen worden op een andere website dan www.opptrap.nl. Ook mag het document niet worden aangepast (op welke manier en in welke vorm dan ook). Naast auteursrechtelijke overwegingen, blijft op deze manier de kwaliteit van het document gewaarborgd. De kwaliteit is namelijk niet langer te garanderen als dingen worden aangepast door anderen. Het is wel toegestaan om de OPP-trap te downloaden en voor intern gebruik op een computer/server op te slaan. Hierbij wordt geadviseerd om regelmatig op www.opptrap.nl na te gaan of er nieuwe versies beschikbaar zijn. Daarnaast wordt geadviseerd om voor elke nieuwe leerling het oorspronkelijke bestand te gebruiken (en niet een bestaande leerling aan te passen). Op die manier maakt u altijd gebruik van de meest recente en kloppende versie. Neem hierbij de hierboven beschreven toelichting in het document zorgvuldig in acht. De OPP-trap is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid ontwikkeld. De ontwikkelaars zijn niet aansprakelijk voor enige directe of indirecte schade die zou kunnen ontstaan door het gebruik van het document.
Ga eerst goed na of uw vraag hierboven nog niet is beantwoord. Als u geen antwoord vindt en niet verder kunt, kunt u een bericht sturen naar [email protected]